Deze column verscheen in november 2020 in de regiobladen van Agrio.
Landelijk Brabantse taferelen
Brabantse taferelen lijken zich landelijk te gaan voordoen. Bestaande stalsystemen zullen vervroegd moeten worden vervangen door stalsystemen die meer ammoniakemissie reduceren. Dat volgt uit de toelichting op het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering dat de minister van LNV op 13 oktober 2020 bekend maakte. Daarmee bevestigt de minister hetgeen ze op 24 april 2020 al bekend maakte in het kader van de structurele aanpak stikstof.
In de provincie Noord-Brabant zijn veehouders al verplicht om bestaande stalsystemen vervroegd te vervangen door stalsystemen met een grotere ammoniakreductie. Vanaf 1 januari 2024 zijn alle stalsystemen van 20 jaar (rundvee) respectievelijk 15 jaar (overig vee) – gerekend vanaf de datum van de eerste milieutoestemming voor het systeem en dus niet vanaf de datum van realisatie – verboden. Die moeten dus op tijd worden vervangen door schonere systemen. Brabantse veehouders moeten voor deze verplichte wijziging van hun bedrijf een nieuwe milieutoestemming (melding of vergunning) regelen. Een vergelijkbare verplichting lijkt er nu ook op landelijk niveau te komen. Daarom is er naar aanleiding van het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering de vrees ontstaan dat bestaande vergunningen op de schop komen te staan.
De minister van LNV wil de emissienormen voor ammoniak per diergroep aanscherpen. Dat wil zij doen op basis van een analyse van de perspectieven van bestaande en nieuwe innovatieve technieken (die door de Subsidieregeling brongerichte verduurzaming op de markt zouden moeten komen). Het is de bedoeling om de emissienormen voor ammoniak uiterlijk eind 2023 voor nieuwe stallen en geplande renovaties door te voeren. Uiterlijk in 2025 moeten de aangescherpte emissienormen voor ammoniak voor alle relevante diergroepen zijn ingegaan. Maar ook bestaande stallen zullen eraan moeten geloven. Ook die zullen namelijk moeten worden aangepast om aan de aangescherpte emissienormen voor ammoniak te voldoen. Daarvoor zal wel een overgangsperiode worden geboden, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van veehouders. Maar hoe lang die overgangsperiode zal duren, is nog onbekend.
Van het vervallen of intrekken van vergunningen is dus geen sprake. Daar blijkt althans niets van op dit moment. Wel is het zo dat op het moment dat een veehouderij wordt gewijzigd – bijvoorbeeld omdat een bestaand stalsysteem moet worden vervangen door een nieuw stalsysteem – hiervoor een nieuwe milieutoestemming nodig is. Daarmee lijken Brabantse taferelen zich landelijk te gaan voordoen.
Franca Damen, advocaat Damen Legal