Zwaard van Damocles

Deze column verscheen in november 2021 in de regiobladen van Agrio.

Er lijkt een zwaard van Damocles boven het hoofd van veehouders te hangen. De druk op de veehouderij lijkt vanuit verschillende kanten alsmaar toe te nemen, onder andere vanuit het stikstofbeleid. De stikstofdepositie moet, als wordt uitgegaan van de kritische depositiewaarden, fors omlaag. Daarvoor wordt maatregel na maatregel aangekondigd. Een van deze maatregelen is de Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden (Opkoopregeling). Die heeft afgelopen jaar gegolden en komt er nu opnieuw. De nieuwe Opkoopregeling is op enkele wijzigingen na hetzelfde als de oude. Ook de toelichting op de Opkoopregeling is daardoor vrijwel hetzelfde. Maar er is naar mijn mening iets opmerkelijks aan de hand. In de toelichting op de Opkoopregeling is het doel ervan namelijk gewijzigd. Het doel van de oude Opkoopregeling was “om de kwaliteit van natuurgebieden te vergroten door vermindering van de stikstofdepositie (…) door de uitstoot van piekbelasters in de landbouw terug te dringen.” Het doel van de nieuwe Opkoopregeling is “om veehouderijactiviteiten definitief te laten beëindigen.” Deze wijziging is een bewuste keuze van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geweest. De toelichting op de nieuwe Opkoopregeling is in de basis namelijk een kopie van de toelichting op de oude Opkoopregeling, aangevuld met een toelichting op de wijzigingen in de regeling zelf. Volgens een medewerker van het ministerie is het doel niet gewijzigd. Dat roept de vraag op waarom het doel in de toelichting dan wel is gewijzigd. Een medewerker van het ministerie heeft die vraag als volgt beantwoord: “Bij het eerste budget (95 mln) ligt de nadruk om de stikstofopbrengst vooral ten goede te laten komen voor natuur. Het aanvullende budget moet leiden tot extra stikstofopbrengst met de inzet om die opbrengst ook te kunnen aanwenden voor woningbouw, infrastructuurprojecten en het legalisatieprogramma. Daarmee wordt de totale opbrengst gebruikt én voor natuurverbetering én als ontwikkelruimte.” Dit leidt weer tot een aantal vervolgvragen. Geeft de minister hiermee aan dat de veehouderij moet wijken voor woningbouw en infrastructuur? En hoe verhoudt het gebruiken van de ‘stikstofopbrengst’ die ontstaat door het opkopen van veehouderijen zich tot de ‘stikstofreductiedoelen’ die in de wet zijn vastgelegd? Die reductiedoelen zijn nogal fors. Als die niet worden gehaald, volgen er extra maatregelen om de stikstofdepositie te reduceren. Maar als de ‘stikstofopbrengst’ (steeds) wordt gebruikt om andere activiteiten mogelijk te maken, dan lijkt het behalen van die stikstofdoelen een mission impossible te worden (voor zover deze überhaupt al haalbaar zijn).

Franca Damen, advocaat Damen Legal